zondag 10 maart 2013

De stilte (en de storm)


Beste lezer, 

Het is al veel te lang geleden dat ik nog iets heb neergepend op deze pagina’s.  Hiervoor hou ik graag de "samenloop van omstandigheden" (gelukkige en minder gelukkige) verantwoordelijk. Intussen is er heel wat water onder de brug gestroomd en kan ik met genoegen terugblikken op wat ongetwijfeld de meest boeiende maanden uit mijn nog jonge leven waren.

Er was het overlijden van een zeer dierbare, quasi meteen gevolgd door vast werk (in onverwachtse hoek). Er was de aankoop van een huis en een wagen – die veel te snel gevolgd werd door een crash.  Ik nam -eindelijk- een politiek engagement, ging de grote plas over,  aanschouwde daar met een  kinderlijke nieuwsgierigheid New York en … kwam terug met een verloofde. 


The lord giveth and the lord takes, zo verzekerde een zekere Job me ooit op café. Het feit dat ik dezer dagen bijna ononderbroken met een aandoenlijke glimlach rondloop, doet me vermoeden dat ik de voorbije maanden  (en bij uitbreiding gedurende mijn leven) meer rug- dan tegenwind heb ervaren.


De komende weken zal ik u wat nader briefen over mijn kleine en grote avonturen op het oude en het nieuwe continent,  maar sta me toe hier even te eindigen met een citaatje, opgedragen aan mijn toekomstige:     


Marryin her makes up for ever dumb thing I ever done.*





PS: Het stort op de achtergrond is niet ons nieuwe huis (wel de plaats waar we zullen trouwen - I kid you not).


* Cormack Mc Carthy, No Country for Old Men

vrijdag 19 oktober 2012

Die neus!


Herinnert u zich het moment dat u historisch bewustzijn ontwikkelde (het besef dat mensen vroeger anders leefden, zich verschillend kleedden, zich anders gedroegen)? 

Bij mij kwam dit pril besef er toen mijn vader me voor het eerst een strip van Asterix te kijken gaf - ik was nog te klein om te lezen:




Tot op heden ben ik verzot op geschiedenis ... en Asterix & Obelix! 

Mijn favoriete avontuur van de Gallische vrienden was/is Asterix en Cleopatra, wellicht door de extra exotische toets van het album. Bovendien is er het fascinerende personage Cleopatra ('koningin der koninginnen'), de Oosterse schoonheid die zelf Panoramix wist in te palmen met die neus van haar.


 
 
Panoramix vertoeft in goed gezelschap. Cleopatra wist twee van haar machtigste tijdgenoten te verleiden: Caesar en Marcus Antonius. Dit helpt de eeuwenoude obsessie van historici en geschiedenisliefhebbers voor haar uiterlijk te verklaren. Zo stelde de wiskundige en filosoof Blaise Pascal:

Le nez de Cléopâtre : s'il eût été plus court, toute la face du monde aurait changé.

Cleopatra werd postuum vaak afgebeeld als een exotische schoonheid op schilderijen of in films (zie bv. de fantastische film met Elizabeth Taylor of neem eens een kijkje op google afbeeldingen). De waarheid is echter dat historici het raden hebben naar het uiterlijk van Cleopatra. Klassieke auteurs (Plutarchus, Dio) zijn het er over eens dat ze over een grote aantrekkingskracht beschikte die loutere fysieke schoonheid oversteeg, maar echt bruikbare omschrijvingen ontbreken of zijn verloren gegaan.




De exotische outfits zijn alleszins misleidend, aangezien ze uit de Macedonische dynastie der Ptolemaeën stamde. Deze hielden gedurende hun regeerperiode (grofweg van 300 voor Christus tot de dood van Cleopatra) steeds vast aan hun Hellenistische cultuur. De traditionele Egyptische klederdracht werd louter aangetrokken voor ceremoniële aangelegenheden.

Over de huidskleur is ook veel inkt gevloeid. Persoonlijk volg ik het standpunt van Adrian Goldsworthy: de gewoonte van de Macedonische Ptolemaeën om binnen de eigen familie te huwen  -  huwelijken tussen broers en zussen, neven en tantes waren eerder regel dan uitzondering -, maakt het waarschijnlijker dat Cleopatra een licht huidtype had.

De uitgesproken (haviks)neus was wellicht realiteit. Dit uiterlijke kenmerk werd generatie op generatie doorgegeven bij de Ptolemaeën. Op munten werd deze familietrek wellicht extra in de verf gezet om de legitimiteit van de vreemde overheersers te vergroten.




Uiteindelijk doet haar uiterlijk er ook niet echt toe. De historicus Adrian Goldsworthy merkte in zijn biografie over Marcus Antonius en Cleopatra terecht op dat onze fixatie op het uiterlijk van 'de koningin der koninginnen' ongezond is.
Dit herleidt Cleopatra immers tot een lustobject, terwijl ze een actieve speelster was op de politieke scène van Egypte en de Middellandse Zee.

De biografie van Goldsworthy is een echte aanrader ... al weet elk kind hoe het avontuur eindigde:


 

 
 




 







vrijdag 12 oktober 2012

Rare jongens die dokters!


Naast ijverig redactiewerk voor het magazine ‘Universiteit Gent’, hield ik me deze week bezig met het nakijken van de website van het Centrum voor Reproductieve Geneeskunde (CRG).

Wat bleek? Dat artsenvolkje beschikt over een voorliefde voor geschiedenis! Wanneer een taalkundige of een geschiedenisliefhebber de (weliswaar expliciete) website doorzoekt, is de kans groot dat hij op enkele etymologische en taalkundige pareltjes stoot.

Speciaal voor u pikte ik er de drie mooiste uit:

1)      Testikels: Afgeleid van testes, Latijns voor, euhm, testikels. Het woord gaat echter terug op de (vermeende) gewoonte van Romeinse mannen om bij het afleggen van een getuigenis/testimonium hun edele delen vast te houden. Als ze de waarheid niet spraken, mocht men hun klokkenspel afsnijden ... Ik vroeg me al af waar ze al die eunuchen vandaan haalden in de Oudheid.

2)     Scrotum: Het geleerde woord voor balzak. Een scrotum was een leren schort die Romeinse soldaten droegen ter bescherming van hun testes. Ook zij probeerden reeds collaterale schade binnen de perken te houden!

3)     Last but not least, masturbatorium: Ik vond het woord noch in Het Groene Boekje, noch in mijn schoolboeken Latijn terug en vermoed dat het ontsproten is aan het brein van een inventieve arts. In het CRG wordt hiermee het kamertje aangeduid waar mannen hun zaadstaaltjes - voor reproductieve of wetenschappelijke doeleinden - dienen te produceren.  

Wat mij betreft: het woord van 2012!

 

 
P.S.: Was het u ook reeds opgevallen dat meneer De Wever niet langer Latijnse spreukjes hanteert gedurende zijn televisieoptredens? Misschien kwam hij tot de conclusie dat het Latijn, net als zijn stad, niet iedereen toebehoort ... Quod Non!

maandag 8 oktober 2012

Viva Las Vegas!


Zoals ik al eerder aangaf, ben ik een overtuigd Amerikanofiel. Bij deze wou ik het graag even hebben over dé gokstad bij uitstek: Las Vegas.

Bij citytrips zijn mensen eerder geneigd te denken aan steden als Londen, Parijs, Rome, Gent of New York. Maar waarom niet opteren voor Las Vegas?

Uw dienaar ging er niet zo lang geleden naartoe en kwam en stelde vast:

- Amerikaanse kinderen zien geen graten in de combinatie hamburgers + pannekoeken voor het ontbijt (en de ouders nog minder).

- Voor een schamele 30 $ verschaf je toegang tot het buffet: all you can eat, all day long!

- Van zodra je de hotelkamer verlaat zie je slots. Bij de receptie? Slots. Bij de starbucks (ook in het hotel)? Slots. Aan de bar? Slots. In de tankstations buiten de stad? Inderdaad, slots.

- Aan deze slots tref je veel gezellige oma's (incluis nasale rokersstem).

- Onder de 21 mag je in Vegas niet aan een bar zitten waar alcohol wordt geserveerd, maar aan de slots vraagt niemand naar je ID. (Ik was nog 20, dronk er geen druppel alcohol maar vergokte er wel dollars.)

- Laat u echter niet misleiden door de naam. Hispanics tref je er vooral achter de toog of het buffet.

- In plaats van de jackpot, $$$$$$$$$$$ en staatsburgerschap - kortom de American Dream - bleven we steken op twee kersen en een 7.


 
 
Decadent? Ongetwijfeld. Over the top? Zeker en vast. Kitscherig? Yes indeedy. Incarnatie van het consumentisme? No doubters, there!

Maar in welke andere stad kan men zich naar gelang de goesting in Luxor, Parijs, Venetië, New York of een middeleeuwse setting begeven?

Als het even kan, keer ik er op een goede dag terug, al was het om mijn laatse dollars te verspelen...

En de stetson mag mee.

Yihaaa!




donderdag 4 oktober 2012

De muezzin zingt voort


De Rozenoorlogen, de Praagse lente, Queen Anne's War, of recenter de Arabische Lente en de Jasmijnrevolutie: historici en journalisten hebben een patent op termen die de bloedige realiteit verbloemen. Nochthans gaat dat in tegen hun raison d'être, het leveren van inzicht in de (verleden) werkelijkheid. Zo doen ze niet enkel henzelf tekort, maar in de eerste plaats ook de (historische) actoren.
Het schuilen achter termen en statistieken (die de paradoxale eigenschap hebben tegelijk veel en toch weer weinig zeggen) wordt naar mijn inzien veel te weinig geproblematiseerd.
In dit opzicht hoeft het dan ook weinig te verbazen dat deze problematiek het raakst geformuleerd werd door de onvolprezen schrijver Edgar Hilsenrath, die als jood zelf werd blootgesteld aan de meest mensontwaardigende omstandigheden gedurende WO II.
Volgende passage komt uit "Het sprookje van de laatste gedachte", een roman waar de Armeense genocide een prominente plaats inneemt:

In hun fantasieloosheid zullen ze naar getallen zoeken om de massa's vermoorden te bepalen - ze vast te leggen, zeg maar - en ze zullen naar woorden zoeken om het grote bloedbad te definiëren en het pedant te categoriseren. Ze weten niet dat elke mens uniek is en dat ook de dorpsgek uit het geboortedorp van je vader recht heeft op een naam. Ze zullen het bloedbad volkerenmoord noemen of massamoord, en de geleerden onder hen zullen zeggen dat het genocide heet. Een of andere betweter zal zeggen dat het armenocide heet en de grootste vakidioot zal in de woordenboeken kijken en ten slotte beweren dat het holocaust heet.




De berichtgeving over de bloedbaden in de Arabische wereld en de houding van de Amerikaanse en Europese intelligentsia ten aanzien deze mensenrechtenschendingen laat op zijn minst te wensen over. Onder het mom van objectiviteit heeft men het al te vaak over hevige gevechten, soldaten en soldaten in plaats van slachtpartijen, executies en doodseskaders.

Intussen blinken de EU en de VS, die zichzelf voorvechters van democratie en mensenrechten noemen, vooral uit door hun afwezigheid.

Wat er wel afkan zijn uitingen van bezorgdheid over de toenemende invloed van de (politieke) Islam in de Arabische samenlevingen. Logischerwijs vinden de Westerse opvattingen in Syrië, Libië, Egypte en Tunesië evenveel weerklank als een schreeuw in de woestijn.

Dan brengt geloof meer soelaas. En de muezzin zingt voort: Allahu Akbar La Ilah illa'llah.*

* God is de grootste. Er is geen god dan Allah

maandag 1 oktober 2012

Prospectie van de arbeidsmarkt


Wij* gingen op zoek naar een job en kwamen tot  de volgende conclusies:
 

-          Historici worden door sceptici vaak aan de tand gevoeld over hun job-verleden.

-          Met nog geen 23 lentes kunnen we nog niet prat gaan op epische verwezenlijkingen op de arbeidsmarkt.

-          Vacaturekaternen in kranten zijn voor niet-juristen en niet-ingenieurs even opbeurend als een toespraak van Ahmadinejad. Zij die op zoek gaan naar werk in de culturele sector, in de sociale sector of bij ngo’s zijn beter af op de site van 11.11.11 of Cultuurnet Vlaanderen.

-          Magelaan** vertrouwde ons een opdracht toe! Wij schrijven mee aan het magazine ‘Universiteit Gent’! De naam van het bedrijf alleen al getuigt van goede smaak, bovendien blijken de magelaniërs ook nog eens toffe peren te zijn.

-         In tijden van crisis lassen ook links gezinde historici besparingsmaatregelen in. (Toch besloten we uiteindelijk voor een keynesiaanse aanpak te gaan met de aankoop van enkele boeken. Als gevolg liepen we tegen de lamp bij onze begrotingscontrole.)

-          Elke recessie kent haar kredietverleners. Onze vriendin voorziet momenteel het brood op de plank tegen een milde rente van huishoudelijke taken.

 
Wordt mogelijks vervolgd.
 

 * Om ons gevoel van eigenwaarde op te krikken, opteerden we ervoor om gebruik te maken van het majesteitelijk meervoud.
 
 

zaterdag 29 september 2012

Feest bij Gatsby!

Lang vervlogen lijken ze alweer, de zwoele zomeravonden. De herfst arriveerde ook dit jaar weer spoedig op tijd - punctuele rotzak. De spontane bijeenkomsten op de terrasjes zijn uitgewaaid, de zelfopgelegde avondklok doet stilaan weer zijn intrede.

Al enkele dagen word ik ten gepaste tijde verrast door een dagdroom over een decadent tuinfeest, ... bij Gatsby!

Het verloopt ongeveer als volgt:

Geflankeerd door Humbert Humbert (wegens uiteenlopende smaak voor vrouwen de uitgelezen wing man) stap ik gezwind de residentie binnen. Hemingway staat er in voor de gin tonics, hij kent immers de enige juiste verhouding (één op één). Aan de bar sla ik een praatje met Monte-Cristo, die me enkele succulente wijnen aanbeveelt. Porthos - de musketier bij uitstek om laveloos mee te worden - schept er plezier in Yossarian voor een duel uit te dagen, terwijl Humbert Humbert in de gaten wordt gehouden door een wat aangeschoten Atticus Finch. Bilbo heeft zich, middels zijn ring, in het damestoilet weten te verstoppen en Watson rookt illegale substanties uit de pijp van Sherlock ...
Misschien slaag ik er wel in Elizabeth Bennet uit haar korset te krijgen?

Mijn vriendin zou me deze scheve schaats en andere obsceniteiten wel vergeven (ik heb de lange winter om haar te bewerken en vermoed dat ze het heeft aangelegd met Mr. Darcy).

Whatever happens at Gatsby's stays at Gatsby's